Eén van de belangrijkste zaken die bij een scheiding in de meeste gevallen moet worden geregeld is de verkoop van de woning. In het echtscheidingsvonnis was in 2013 de bepaling opgenomen dat partijen het over eens waren dat de woning moest worden verkocht. Dat klopte inderdaad. Ook was in het vonnis bepaald: ‘de vrouw dient mee te werken aan een vlotte verkoop’.
Voor de meeste mensen zal gelden dat, als je dit in een vonnis leest, je dit ook serieus neemt en zult begrijpen dat wanneer je besluit dat je daar gewoon niet aan meewerkt er hoe dan ook een moment zal komen dat je daardoor in de problemen komt.
Zo niet mijn ex. De situatie rondom de verkoop van het huis werd één van de vele voorbeelden waarin zij ervoor koos om een bepaling in een vonnis (zoals hierboven genoemd) maar gewoon te negeren. En zoiets kan, als het gaat om een zaak in het familierecht, heel erg lang ongestraft blijven, zo heb ik ondervonden.
Wij hadden al geruime tijd vóór de scheiding een makelaar in de arm genomen omdat we toch al verkoopplannen hadden. De verkoopactiviteiten hadden een tijd op een laag pitje gestaan, maar deze werden nu opnieuw opgestart.
Crisis? Hoezo crisis?
Intussen zaten we midden in de wereldwijde economische crisis die in 2008 was uitgebroken, maar mijn ex wenste vast te houden aan de vraagprijs voor de woning die we al vóór de crisis met de makelaar hadden vastgesteld, alsof er geen crisis bestond. Van een prijsverlaging wilde ze niet weten. En helaas: gehuwd in gemeenschap van goederen betekent dat je samen moet tekenen voor een prijsverlaging. Dat leverde al meteen weer de eerste maandenlange vertraging op.
Uiteindelijk ging ze na lang aandringen akkoord met een verlaging van de vraagprijs. Dat leverde nog steeds geen serieuze kijkers op. De makelaar stelde daarop voor de prijsstelling van de woning te wijzigen in een ‘bieden vanaf’-prijs. Van deze prijs zei mijn ex meteen dat het voor dat bedrag wat haar betreft echt niet zou worden verkocht en ze noemde het een idiote weggeef-prijs. Nu was het ook zeker niet de bedoeling om het huis voor die ‘vanaf-prijs’ te verkopen, maar de toon was gezet. Ik begon te vrezen dat mijn ex, met haar opstelling, de woning gewoon wilde gaan gijzelen: er rustig in blijven wonen, zonder ervoor te betalen en zonder de woning over te nemen en mij uit te kopen.
Neem maar mee…
Op enig moment meldde zich een belangstellende om de woning te komen bezichtigen. Er werd met mijn ex een afspraak gemaakt voor een bezichtiging. Kort voor de bezichtiging zou plaatsvinden liet mijn ex de makelaar weten de vraagprijs weer te willen verhogen met E 60.000,= naar het niveau voor vóór de crisis, anders ging ze niet akkoord met verkoop.
De makelaar zag geen andere mogelijkheid dan de bezichtiging af te blazen. Kan dat zomaar, zonder overleg met mij als mede-eigenaar? Ja, dat kan! Wel met zo iemand als mijn ex. Zou ik laten weten het niet met die prijsverhoging eens te zijn en zou de makelaar toch naar de woning komen met de geïnteresseerde, dan zou ze gewoon de deur niet open doen. Zo eenvoudig is dat…
Daarop lag de zaak weer een tijd stil. De makelaar overwoog zijn opdracht terug te geven als zijnde onuitvoerbaar, maar heeft daar (gelukkig) toch van afgezien.
Omdat er toch echt iets moest gebeuren heb ik toen op enig moment mijn ex het volgende voorgelegd: ‘Als jij niet wilt dat het huis voor zo’n lage prijs wordt verkocht, waarom koop je het dan zelf niet, als je dit toch zo’n bodemprijs vindt? Van mij mag je het hebben voor dat geld.’ Ik wilde er zo snel mogelijk van af en ik was al lang niet meer geïnteresseerd in de hoofdprijs voor de woning.
Ze was duidelijk verrast door het aanbod en zei erover na te zullen denken. Gezien haar financiële situatie zou ze op zoek moeten gaan naar een particuliere financier want bij een reguliere bank zou ze geen hypotheek krijgen.
Na een aantal weken liet ze weten een private financier te hebben gevonden en de woning te willen overnemen, maar er kwam, ondanks vele verzoeken van mijn kant, geen enkele zekerheid over de vraag of haar financier wel goed voor z’n geld was; er werd geen zekerstelling gegeven.
Gewoon een beetje intimideren…
Terwijl ik nog in onzekerheid verkeerde of de overname door mijn ex wel ooit haalbaar was, deed iemand anders (ongezien) een goed bod op de woning, ruim boven de ‘bieden vanaf-prijs’ die mijn ex zou gaan betalen. Ik wilde hierop de onderhandelingen gaan inzetten omdat mijn ex maar bleef weigeren inzage te verschaffen omtrent haar financieringsmogelijkheden, maar de volgende dag kreeg ik een berichtje van de makelaar dat de potentiële koper zich alweer had teruggetrokken.
De reden: de vriend van mijn ex had de avond ervoor de potentiële koper telefonisch zodanig geïntimideerd om hem te bewegen af te zien van de koop, dat deze persoon zich onmiddellijk terugtrok en met de hele zaak niets meer te maken wilde hebben.
Ik was furieus! Hierbij speelt zeker ook nog eens een rol dat het niet bepaald een courant type woning was dat je makkelijk verkoopt; een nieuwe gegadigde zou zich niet snel weer aandienen. Van de makelaar kreeg ik alle correspondentie in handen die hij had gevoerd met de makelaar van de potentiële koper en daaruit bleek klip en klaar dat de verkoop door toedoen van (de vriend van) mijn ex was afgesprongen. Het werd me duidelijk dat deze vriend ook meteen haar financier was en dat zij met hem onder één hoedje speelde in een poging mij de woning voor zelfs minder dan de bodemprijs te ontfutselen. Ik moest worden ‘uitgerookt’, dat werd wel duidelijk.
Met de documentatie van de makelaar ging ik meteen naar mijn advocaat. Die adviseerde mij om een kort geding te starten met als inzet de eis om zonder instemming van mijn ex de woning te mogen verkopen. Het leek, gezien de overduidelijke schriftelijke bewijzen, een ‘staande zaak’ te zijn.
De wereld op z’n kop
Het kort geding diende enkele weken later. De uitkomst was ronduit verbijsterend: de rechtbank had bepaald dat niet ik, maar mijn ex toestemming kreeg om de woning zonder mijn inmenging over te nemen voor de ‘bieden vanaf-prijs’ die we waren overeengekomen!
Nadat bij mij de eerste woede over deze uitspraak wat was gezakt, begon ik wel een vermoeden te krijgen waarom dit de uitkomst was geworden: de rechtbank kon natuurlijk welvoorzien, de handelwijze van mijn ex gedurende de hele procedure overziend, dat als ik de woning mocht verkopen zonder medewerking van mijn ex, dit zou kunnen betekenen dat op enig moment mijn ex en de kinderen op straat zouden moeten worden gezet omdat het huis moest worden opgeleverd. En vrijwillig zou zij het pand nooit hebben verlaten.
Ik kreeg dus wel begrip voor dit vonnis, maar moest ook meteen weer constateren dat ook hier weer het familierecht volop ruimte biedt aan iemand die uit pure rancune kwaad wil en de hele zaak totaal wenst te ontregelen en uit is op maximale schade aan de ander.
Terzijde: mijn ex zag er geen been in om uiteindelijk met de makelaar contractbreuk te plegen door haar deel van de verschuldigde provisie aan hem niet te betalen. Ze vond dat hij helemaal geen dienst had geleverd omdat zij uiteindelijk zelf de woning had overgenomen. Het contract van elke makelaar is hier duidelijk: ook als de verkoop op een andere wijze dan via de makelaar tot stand komt is gewoon provisie verschuldigd. Maar dit geldt natuurlijk niet voor iemand als mijn ex.